Een enorm pak sneeuw schopt het leven op Westeresch flink in de war. Ook het hoofd van de oude Hanneke. Zij woont helemaal alleen op de borg in het bos, en verdwaalt in de sneeuw. Gelukkig zijn daar Geert en Bowien om haar te helpen. Maar als zij later bij Hanneke weggaan, lijkt het in het bos niet pluis. Ebbe, de hond van Bowiens oma, is erg onrustig. Worden ze soms gevolgd?
Nog vreemder wordt het, wanneer ze wat later de plaatselijke politieagenten ontmoeten. Die willen van hen weten of ze in het bos iets vreemds hebben opgemerkt. En wat bedoelt Hanneke als ze zegt een berenjager te hebben gezien?
Is Hanneke nog wel veilig, zo alleen op de borg? En dan verdwijnt ook nog haar gouden armband. Genoeg reden voor Geert en Bowien om op onderzoek te gaan. En dan zijn er nog de andere problemen. Zoals Isa, die in de herberg is komen logeren, geheel tegen de zin van Bowien. En de uilen, die dreigen te verhongeren.
En net wanneer op de dag voor Kerstmis alles tot een goed einde lijkt te komen, is Hanneke zoek…
