Kinderanesthesiologie is een bijzonder en uitdagend deelgebied binnen de anesthesiologie. De groei en de ontwikkeling van een kind vraagt iedere keer om een nauwkeurig aangepast beleid. Unieke congenitale afwijkingen en specifieke anesthesiologische risico’s kunnen zich voordoen.
Iedere anesthesioloog kan in aanraking komen met de perioperatieve zorg bij kinderen. Toch kan dit een onderwerp zijn dat beperkt aan bod kan komen tijdens de opleiding of waar zelfs de meest geroutineerde anesthesioloog weinig mee in aanraking komt in de dagelijkse praktijk. Daarnaast kan de opvang van een ernstig ziek kind, dat in ieder ziekenhuis gepresenteerd kan worden, een stressvolle situatie zijn.
In dit boek, Kinderanesthesiologie in de praktijk, wordt de praktische benadering beschreven van een variëteit aan klinische situaties in de kinderanesthesiologie. Veelvoorkomende casuïstiek, zoals een kind voor (adeno)tonsillectomie of een antebrachiumfractuur, maar ook bijzondere of academische casuïstiek, komt aan bod, zoals congenitale hartafwijkingen of anesthesie bij de neonaat. Hiermee wordt een groot deel van het spectrum van de kinderanesthesiologie belicht. Het boek is waar mogelijk opgebouwd van simpele naar meer complexe casuïstiek. Unieke ziektebeelden zullen worden uitgediept, maar de praktische anesthesiologische benadering en management van deze casuïstiek vormt een rode draad in dit boek. Na het lezen kan de anesthesioloog (in spe) ook in unieke situaties deze principes inzetten in de kinderanesthesie.
