Wat wisten Nederlanders en Vlamingen in de achttiende eeuw over tabak? Ondanks het verbod van Paus Innocentius was het een belangrijk handelsgewas dat veel geld kon opbrengen voor de handelaar en de staat. Men zag vooral voordelen in tabak: de kalmerende werking, het gebruik ervan in de geneeskunde. Sigaren waren nog niet erg bekend, sigaretten bestonden nog niet. Men rookte pijp; er werd gekauwd en gesnoven. Dat tabaksgebruik zo nefast is voor de gezondheid wist men toen nog niet: zelfs in onze moderne tijden zijn we ons daarvan slechts recent bewust geworden. Maar zoals men in de achttiende eeuw al zei: overmaat is slecht voor alles. Dit boek bevat de letterlijke (gedeeltelijke) weergave van drie boeken uit 1743, 1780 en 1785. Een "kundig tabakshandelaar" verklapt zijn geheimen om tabak te parfumeren en te kleuren.
